Verklaring van de Heidelbergse Catechismus
De Catechismus van Heidelberg is niet de enige die in de reformatietijd is verschenen, maar het is ongetwijfeld de bekendste. Op initiatief van de calvinistisch gezinde keurvorst van de Palts, Frederik de Wijze, is het in 1563 totstandgekomen als een leerboek dat in kerken en scholen zou kunnen worden gebruikt.
De 29-jarige Zacharias Ursinus, hoogleraar te Heidelberg en de 27-jarige Caspar Olevianus, eerst hoogleraar en later predikant te Heidelberg, zijn de voornaamste opstellers van het boekje geweest. Verzorgde Ursinus vooral de inhoud en de onderverdeling, Olevianus zorgde voor de eindredactie. De nationale synode van Dordrecht (1618/1619) roemde de Heidelberger unaniem en achtte haar geheel overeenkomstig de Schrift. In artikel 68 van de DKO werd bepaald dat de dienaren des Woords de taak hebben alomme des Zondags in de namiddagse predikatiën de Catechismus van Heidelberg kortelijk uit te leggen . Dit is eeuwenlang een gewoonte gebleven in de kerken der reformatie in ons land.
Dit boek bedoelt een eenvoudige en praktische verklaring te bieden van de 52 Zondagen, geschikt voor de leesdiensten en voor persoonlijk gebruik. In elke preek ligt de nadruk op het feit dat onze oude Heidelberger in de eerste plaats tróóstboek wil zijn.
Uitgegeven door Den Hertog, in goede staat.