- De dichter van Psalm 119 bedient zich van beeldspraak als hij Gods Woord beschrijft als een licht op zijn levenspad. God zendt naar Zijn welbehagen het Woord in de duisternis van deze wereld. Door het werk van de Heilige Geest doet het kracht in zondaarsharten. Het Woord werpt licht op Wie God is, ontdekt wie en wat de mens door de zonde geworden is, en wijst op Christus, Die gezegd heeft: 'Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.' Het Woord is ook een richtsnoer op de levensweg. Als het door Gods Geest kracht doet in het hart, zal er een verlangen zijn om niet naar sommige, maar naar al Gods geboden te leven. Dit dagboek volgt de gang van het kerkelijk jaar. Uitgegeven door Den Hertog in 2018.
- Elf overdenkingen over Jozua Kort voor zijn sterven op de berg Nebo vroeg Mozes de Heere in alle ootmoed om een opvolger. Daarop wees de Heere hem Jozua aan als de nieuwe leidsman, die het volk Israël het Beloofde Land binnen zou leiden. Jozua moest niet alleen Kanaän veroveren, maar hij moest het land ook uitdelen aan het volk Israël. Wat is Jozua daarin een treffend type van de Middelaar. Hij kreeg óók van Zijn Vader twee opdrachten: de verwerving van de zaligheid én het uitdelen van de verworven zaligheid tot een erfenis. In elf overdenkingen staat ds. Moerkerken stil bij belangrijke momenten in het leven van Jozua. Uitgegeven door Den Hertog in 2020, 196 blz..
- Sale!Wat een voorrecht is het om geroepen te worden. In deze overdenkingen volgen we het leven van Abraham, die zo krachtig geroepen werd, dat hij zijn land, zijn maagschap en het huis van zijn vader verliet. Hij was die roeping gehoorzaam, niet wetende waar hij komen zou. Wij worden allemaal geroepen om uit te gaan. Niet uit ons land of uit ons huis, maar we moeten wel de zonde verlaten en door genade weten dat er een God is Die ons riep, krachtig en onwederstandelijk. Dan zullen we de voetstappen mogen drukken van Abraham, die door het geloof mocht zien op de beloofde Christus. Uitgegeven door Den Hertog, 186 blz., met een kleine beschadiging